dr. Yolande Appelman

Yolande Appelman (60 jaar) is als interventiecardioloog verbonden aan het Amsterdam UMC, locatie VUmc, met als belangrijkste aandachtsgebied: hart- en vaatziekten bij vrouwen. Daarnaast bekleedt ze nog diverse andere functies. Zo is ze voorzitter van de Denk Tank Gender & Gezondheid VUmc, bestuurslid van EAPCI-Women, een Europese vereniging interventiecardiologie met focus op hart- en vaatziekten bij vrouwen. Lid van Lancet Women and cardiovascular disease Commission. Een cardioloog met hart voor hartklachten die vooral bij vrouwen voorkomen zoals: vaatspasme, vaatdysfunctie maar ook spontane scheuring van de hartslagader (SCAD) bij jonge vrouwen.
Haar missie is om de aandacht voor hart- en vaatziekten bij vrouwen te vergroten, een inhaalslag te maken met betrekking tot de kennisachterstand en onderzoek te doen naar hartklachten veroorzaakt door disfunctioneren van de bloedvaten van het hart. En meer in brede zin onderzoek en zorg voor vrouwen te verbeteren. “In onderzoek moet altijd het antwoord gegeven kunnen worden of de uitkomst zowel voor mannen als voor vrouwen geldt, hetgeen nu niet het geval is. En ook de zorg voor vrouwen moet beter, veel zorgverleners hebben onvoldoende kennis en vrouwen worden daardoor vaak van het kastje naar de muur gestuurd. Dat kan en moet echt anders. Zo is de kennis mbt vrouwspecifieke risicofactoren zoals menopauze etc onvoldoende. Het werk als interventiecardioloog (dotteren) geeft me iedere dag weer energie omdat je (vaak) patiënten van hun klachten af kunt helpen en direct resultaat hebt. Maar we zijn nu gelukkig zover dat we voor mensen met hartklachten zonder vaatvernauwing wel de diagnose kunnen stellen met behulp van een vaatfunctietest tijdens een hartkatheterisatie. Maar behandeling van spasme of vaatdisfunctie kan heel lastig zijn en vrouwen kunnen veel klachten hebben. Leefstijl speelt een grote rol en is de basis van de behandeling. Het feit dat hart- en vaatziekten nog steeds als mannenziekte wordt gezien is voor mij aanleiding geweest om dit onderwerp in Nederland meer op de kaart te zetten, zodat dit ziektebeeld door vrouwen en ook medici beter wordt herkend en behandeld”